Jezus, ik ben toch je vader!

Imme Dros, Karel Eykman, Sjoerd Kuyper e.a.: Het hoogste woord.
Bijbel voor kinderen.
Met illustraties van Guida Joseph.
Fontein, 303 blz. Vanaf 9 jaar. €24,98

'Lang leve God in de gloria!' dicht Karel Eykman, vrij naar psalm 146. Het zou de titel kunnen zijn van de pas verschenen bijbelbewerking van uitgeverij Fontein, voor kinderen vanaf negen jaar. Maar het kloeke boek heet, ook passend, Het hoogste woord. Het staat vol felgekleurde illustraties van Guida Joseph, die er, op het eerste gezicht, een waar feest van maken. Als je dan aan het lezen slaat, tja, dan is er uiteraard toch nog een hoop leed over uit het boek der boeken. Van broederverraad tot steniging.

Joseph laat de gruwelen ongetekend, maar past haar stijl er wel enigszins bij aan. Bij Eykmans Hooglied-bewerkingen wervelen haar figuren innig verliefd over de pagina's, als Imme Dros Judas aan het woord laat, tekent Joseph een gemelijk soort sprookjesfiguur met een zuinig mondje en opgetrokken schouders.

Zeven schrijvers werden benaderd voor deze `literaire' kinderbijbel, een zeer levendig en meeslepend boek dat maar af en toe een wat al te populaire toon aanslaat (`Geloof maar gewoon, dan geloof je al gek genoeg'). De opzet was dat de auteurs ieder op hun eigen wijze aan het hervertellen zouden slaan. Zo schreef de een bijvoorbeeld gedichten, een ander monologen en een derde een soort dagboekfragmenten. Remco Ekkers kiest er in zijn bewerking van Genesis voor het meest in de buurt van de oorspronkelijke tekst te blijven, maar voegde er wel gedichten aan toe.

In Het hoogste woord zijn `verhalende delen van de Bijbel', zoals de profetieën van Jesaja en Jeremia en het evangelie van Lucas, en `niet verhalende boeken' opgenomen, zoals het Hooglied en de Brieven, aldus redactrice Hanna van Dorssen in het voorwoord. De bedoeling was de grote variatie in tekstsoorten en stijlen uit de Bijbel te laten zien en nog eens te versterken door de diverse schrijvers uit te nodigen. Het hoogste woord bevat drie delen gebaseerd op het Oude Testament en twee delen gebaseerd op het Nieuwe Testament.

Sjoerd Kuyper blikt met Mozes mee terug op zijn leven. Hij doet weinig concessies en behoudt inderdaad zijn eigen, directe stijl: `Soms had Mozes getwijfeld of hij wel vrij man was, of hij niet alleen maar de mond was van God. Of Zijn Hand. Of erger nog: een werktuig in Zijn hand, een afgesneden kippenpoot, zo een waarmee Mozes lang geleden [...] achter de meisjes aanrende om ze te plagen. [...] God had ook wel eens uit Zichzelf de helpende hand toe kunnen steken vóór ze halfdood waren. [...] Misschien hield God niet van twijfel.'

Menselijk als Mozes zijn ook de ouders van Jezus in de bewerking van het evangelie van Lucas door Imme Dros en Gerrie Huiberts. Maria telt verzaligd vingertjes en teentjes van haar pasgeborene. En ze vindt het `zo lief' dat Jozef spontaan `Dag zoon!' zegt. Even verderop in het boek peinst Jozef daarentegen over zijn inmiddels twaalfjarige kind: `Ze zeggen wel eens dat schelden geen zeer doet. Dat woorden geen pijn kunnen doen. Maar daar is niks van waar. Er gaat een mes door je hart als je eigen zoon tegen je zegt: Wisten jullie niet dat ik bij mijn Vader moest zijn? [...] Dat ben ik toch, Jozef? [...] Ik kan er nog steeds om janken. Ik moet me vasthouden aan mijn timmerbank, zo sta ik te trillen. Mijn zoon, mijn Jezus, ik ben toch je vader!' Zo gaat de Bijbel leven, ook voor wie zelden of nooit voet in de kerk zet.

Copyright: Eiselin, J.